Efteling

 

We gaan een dag naar de Efteling. Het is mijn verjaardagskado, wat Tobias en Machiel samen hebben bedacht. Twee jaar geleden waren we er al eens, toen nog zonder Autipas.

 

Tobias verheugt zich erop dat hij nu mèt de Autipas niet in de lange rijen hoeft te gaan staan. Misschien hoeven we dan ook minder lang te wachten. En hij is ervan overtuigd dat hij deze keer wèl in Joris en de Draak of in de Baron durft. Al dagen vraagt hij of hij de filmpjes daarvan in van Efteling-app nog eens mag bekijken, bij wijze van voorpret.

 

Maar de avond tevoren, bij het naar bed brengen, wil hij ineens helemaal niet meer naar de Efteling. Hij is bang dat hij niet in de achtbanen durft. En de Piranha, zijn favoriete attractie vorige keer, blijkt ook nog eens dicht. ‘Straks is er helemaal geen attractie waar ik in durf.’ Ik stel hem zo goed mogelijk gerust, zeg dat het ook best spannend mag zijn, en dat we er hoe dan ook gewoon een leuke dag van gaan maken met zijn drietjes.

 

Als we de volgende dag het pretpark oplopen, is Tobias opgewekt maar ook gespannen. Hij vraagt of ik mijn telefoonnummer op zijn hand schrijf voor als we elkaar kwijt raken. Dat doe ik, hoewel hij vrijwel de hele dag angstvallig mijn of Machiels hand blijft vasthouden.

 

We hebben er niet aan gedacht om van te voren een route of plan uit te stippelen, en lopen een beetje ongericht het park op. Het gebrek aan een duidelijk plan doet Tobias geen goed. Ik stel voor om eerst in de Pagode te gaan, zodat we vanuit de lucht letterlijk overzicht over het park hebben en kunnen zien waar we allemaal in willen. Maar de Pagode blijkt dicht, en dan wordt het ineens ingewikkeld. Dan maar eerst even een kop koffie drinken, wat eten, even wennen aan de drukte en een beter plan bedenken.

 

Terwijl Machiel en ik koffie drinken, voert Tobias zijn broodje aan een eend en wat kauwtjes. Hij lijkt een beetje te ontspannen. We besluiten eerst naar de kindertreintjes bij de Blauwe Reiger te gaan, aan de andere kant van het park. Tobias herinnert zich dat van de vorige keer en wil er graag weer in. Prima. Dat is voor nu het plan, en verder laten we het allemaal toch maar een beetje los.

 

Als we onderweg langs de achtbaan van Max en Moritz lopen, wil Tobias daar toch eerst in. Dus nemen we, met onze Autipas/faciliteitenkaart*, de speciale ingang voor mensen met een beperking. Terwijl we achter een paar mensen in rolstoelen en hun begeleiders plaatsnemen op stoeltjes, voel ik me wat ongemakkelijk. Wil ik eigenlijk wel dat Tobias zichzelf ziet als iemand met een beperking? Maar voordat ik verder kan denken raast een van de achtbaantreintjes boven onze hoofden langs en staat Tobias weer op. Zijn gezicht is bleek en strak. Overweldigd door het lawaai durft hij niet meer.

 

Toch maar eerst naar de Blauwe Reiger dus, waar we ook bij de speciale ingang gaan staan. Ik kan het niet laten te letten op de leeftijden van de andere kinderen. Allemaal peuters en kleuters. Sommige kleuters zitten met zijn tweeën in een karretje, zonder papa of mama. Tobias is met zijn bijna negen jaar ongetwijfeld het grootste en oudste kind.

 

Ondertussen loopt de spanning bij Tobias weer op. We kwamen tegelijkertijd aan met een vader in een oranje jas, en hij kan zien dat deze man, in de ‘gewone’ rij, al bijna aan de beurt is. Hij wordt onrustig, want het is onduidelijk wanneer wij aan de beurt zijn. Dan realiseer ik me dat dit een nadeel is van de Autipas. In de ‘gewone’ rij kun je precies zien hoeveel mensen er nog vóór je zijn. Dat is ten minste duidelijk.

 

Ik vraag de Efteling-medewerker om een indicatie hoe lang we nog moeten wachten. Helaas reageert ze nogal pinnig en zegt dat de faciliteitenkaart geen voorrangskaart is. Nog meer spanning bij Tobias. Gelukkig zijn we daarna snel aan de beurt.

 

Dat Tobias niet ontspannen is, zie ik aan zijn gezichtje als hij samen met Machiel langsrijdt in het treintje. Maar ik merk het ook even later, als hij in een verrekijker tuurt waarin draken door het beeld vliegen. De drakengeluiden die uit de verrekijker komen, zijn te indringend voor hem, waardoor hij niet meer wil kijken. Als hij ontspannen zou zijn, zou hij hier geen last van hebben.

 

De volgende attractie is het treintje rond het park. Lekker rustig, denken we. Maar als we aankomen blijkt het treintje niet te rijden, en dat vraagt meer flexibiliteit van Tobias dan hij kan opbrengen. Hij begint op zijn mauw te bijten en te jammeren. Ik sla me voor mijn hoofd dat ik de app niet eerst even heb gecheckt.

 

Op naar Symbolica dan; een rit in een wagentje door ‘een betoverend paleis waar de fantasie tot leven komt’, aldus de Efteling zelf. Tobias ziet het somber in: ‘Straks is die ook dicht.’ Maar nee, die is open, en we gaan de Autipas nog een kans geven. In de speciale rij staan alleen een jonge vrouw met haar moeder. Vast ook autisme, denk ik. We vragen naar hun ervaringen met de Faciliteitenkaart. ‘Meestal moet je even lang wachten als in de gewone rij,’ zegt de jonge vrouw. Die indruk hadden we ook al, en dat is natuurlijk ook wel eerlijk. ‘En het is niet altijd rustiger.’

 

Na een kwartiertje worden we samen met de twee vrouwen toegelaten tot een soort wachtkamer. Qua hoeveelheid mensen is het er rustig en overzichtelijk, maar er klinkt veel lawaai. Tobias kijkt om zich heen en ziet een scheur in een van de muren. Geen echte, maar een gedecoreerde. Door zijn gespannen toestand is hij extra alert op alles wat kan duiden op gevaar. Het verklaart zijn vraag: ‘Is dat wel veilig?’ En als we opstaan omdat we aan de beurt zijn, en ik wat later ben omdat ik met mijn tas aan het rommelen ben, kijkt hij paniekerig achterom waar ik blijf.

 

De rit door Symbolica zelf is mooi en leuk, net als daarna de 4D-film in Fabula, waar geen wachtrij staat. Als we uit de filmzaal komen, lopen we een overdekte ruimte in met wat speeltoestellen in de sfeer van de film, waaronder een glijbaantje van ‘ijs’. Daar wil Tobias wel in, maar als blijkt dat daarin geen ouders mee mogen, wil hij niet meer.

 

Tijd voor koffie en wat eten, aan een tafeltje tussen de speeltoestellen in. Na wat rondkijken durft Tobias even op verkenning. Al snel komt hij terug om ons te halen. Na de koffie gaan we samen in een klimtoestel, wat gemaakt is voor kleuters. Hierin mag ik wel mee, maar ik stoot drie keer mijn hoofd. Als Tobias daarna wel in zijn eentje van de ijsglijbaan durft, ben ik blij. En hij ook, want hij heeft iets overwonnen.

 

Bij de Fata Morgana, de boottour door een Oosters tafereel, gaan we weer we in de gewone rij staan. We zien - voor onszelf - niet echt een voordeel van de Autipas. Dan heb ik liever dat Tobias zichzelf niet als iemand met een beperking gaat zien. Bovendien voel ik me een beetje opgelaten door de speciale aandacht van de medewerkers.

 

De tocht door de Fata Morgana is toch weer een beetje te spannend voor Tobias. Halverwege maakt hij zich klein en knijpt hij zijn ogen dicht, tot het einde van de tocht. Het lijkt alsof hij steeds balanceert op het randje van (net niet) te spannend. Hij kan zichzelf, met onze nabijheid, wel reguleren en daar ben ik blij om. Dat hij inmiddels toch in een aantal attracties is geweest, sterkt zijn zelfvertrouwen. Hij wil nu zowaar de achtbaan van Max en Moritz nog een keer proberen!

 

Als we daar aan de beurt zijn om in te stappen, trekt Tobias aan mijn mauw. ‘Ik wil toch niet, denk ik...’ Omdat hij er zelf niet helemaal zeker van is, en het een beetje onhandig is om nu níet in te stappen, trek ik hem over de drempel: ‘Moppie jij kunt dit. Je gaat gewoon dicht tegen me aan zitten en op je mauw bijten. Je kunt ook heel hard je tenen krommen in je schoenen. Het duurt maar heel even en we zijn hier twee jaar geleden ook in geweest.’ Ons karretje wacht, tijd om in te stappen. Tobias gaat overstag.

 

We duwen de veiligheidsbeugel naar beneden op onze schoot en Tobias vraagt mij of de zijne goed zit. Zonder erbij na te denken duw ik, als blijkt dat er nog ruimte is, de beugel nog wat verder naar beneden. Niet te strak, maar voor Tobias wel te strak: ‘Ik kan niet meer ademhalen!’ Hopend dat hij nu niet in paniek raakt, probeer ik de beugel weer wat losser te krijgen, maar dat gaat natuurlijk niet. ‘Je kunt gewoon ademen schatje,’ zeg ik kalm. Zijn gezicht trekt wit weg als het treintje in beweging komt. Ik sla mijn arm om hem heen. Fingers crossed.

 

De hele rit zit hij met een bleek en vertrokken gezicht naast me. Ik probeer het ijs te breken door luchtig te doen en met een gek gezicht zachtjes te gillen. Een klein glimlachje verschijnt. ‘We zijn er alweer bijna moppie! Je doet het supergoed!’

 

Als we uitstappen is Tobias blij. Weer iets overwonnen. Gelukkig. Het is het einde van de middag en hij houdt nog steeds voortdurend onze hand vast, maar begint nu wat praatjes te krijgen. We eten vis en patatjes, en Tobias zoekt ontspanning in het klauteren over stenen en het voeren van de vogels.

 

Daarna genieten we van het boottochtje bij de Gondoletta. De rustige, groene omgeving en het zachte heen en weer schommelen helpen hem nog wat meer te ontspannen. We kijken naar de libellen, de vissen en de eenden. Het park is extra mooi met het frisse groen en de bloemen van het voorjaar.

 

Het wordt inmiddels ook wat rustiger in het park en als we bij de waterspeeltuin van Archipel aankomen, zijn daar nog maar drie andere kinderen. Met blote voeten en opgestroopte broekspijpen stapt Tobias over stapstenen, touwladders en evenzichtsbalken boven het water. Voor het eerst die dag zie ik een ontspannen kind. Hij lacht en huppelt, en vindt het prima als wij aan de rand wachten – hij durft hier alleen op verkenning. Ik ga ergens in het zonnetje zitten, kijk naar hem en geniet.

 

Helaas is de ontspanning van korte duur. Er wordt omgeroepen dat de attracties over een kwartier gaan sluiten. Via een luidspreker worden we verzocht Archipel te verlaten. Tobias komt verschrikt naar me toe. ‘Je kunt nog wel even blijven lieffie, we hebben nog wel even,’ zeg ik. Maar dat is tegen dovemansoren. De lol is eraf en hij maakt haast om naar de uitgang te gaan: ‘We mogen hier nu niet meer zijn!’

 

Tegen sluitingstijd is er vlakbij de uitgang nog een fonteinenshow, waar we nog wel naar gaan kijken. Het is een prachtige show, en Tobias is gefascineerd door de verschillende spuitmonden die omhoogkomen en weer verdwijnen in het water. Hij verrast me als hij de showmuziek blijkt te herkennen van verschillende attracties, ook als hij daar niet in geweest is.

 

Terwijl we teruglopen naar de auto is Tobias met zijn hoofd alweer bij het slapengaanritueel. Omdat hij later naar bed zal gaan dan anders, wil hij weten hoe het naar bed brengen nu zal verlopen, en ook wíe hem naar bed zal brengen. We beantwoorden zijn vragen net zolang tot alles weer duidelijk is voor hem. Maar lang voordat we thuis aankomen is hij al in de auto in slaap gevallen.

 

Volgende blog: Schooluitval

 

* Bezitters van een Autipas kunnen bij de Efteling een ‘faciliteitenkaart’ aanvragen in de app. Deze faciliteitenkaart moet dan bij elke attractie worden getoond bij de speciale ingang voor mensen met een beperking.

 

Reactie schrijven

Commentaren: 1
  • #1

    Anne Te Boekhorst (zondag, 02 juni 2024 15:13)

    Lieverd
    Lees ik het goed :Natuurpark deel was het leukste en meest ontspannen �‍♂️ ?
    Autipas is een mooi initiatief. Alleen is de vraag wat kan het doen/welke behoefte heb je en wat wil je met het nadeel van prikkels en onduidelijkheid?
    Ik heb ook ooit gebruik gemaakt van de faciliteitenkaart omdat ik niet lang kon staan en te moe werd door teveel rijen. Het hielp ons toen wel.
    Snap ook je innerlijke vraag of je wil dat hij zichzelf met de beperking wil zien/erkennen. Het is harde rouw�