Moe

 

Woensdagochtend, tijdens het ontbijt, voel ik dat ik terug mijn bed in wil. Er komt maar geen einde aan al het praktische en emotionele management in dit gezin. En in plaats van dat de dingen soepeler gaan lopen, lijkt alles de laatste weken alleen maar ingewikkelder te worden. En komen er steeds weer nieuwe uitdagingen bij.

 

Nu weer is Tobias komend weekend uitgenodigd voor een kinderfeestje. Ik heb een appje gekregen waarin ik lees dat ze daarbij ‘ergens heen’ gaan waar ze 'lekker gaan bewegen'. De lijst met moeilijkheden die daarbij komen kijken voelt te groot, te lang.

 

Tobias zal willen weten waarheen precies, wat daar precies te doen is, hoe lang de reis duurt, wie er precies nog meer komen, zal bang zijn dat hij daar naar de wc moet, dat hij de wc niet kan vinden, zal niet alleen naar de wc durven, bang zijn om zijn kadootje te geven. Hij zal de avond tevoren niet kunnen slapen van alle beren op de weg. Hij zal willen dat ik mee ga. Ik zal die ouders waarschijnlijk moeten vertellen over zijn autisme. Dat hij zijn trui niet uit doet als hij gaat bewegen en een knalrood en bezweet hoofd krijgt, omdat hij zelf niet voelt dat hij het warm heeft. Maar ik ken die ouders nauwelijks, en ik voel me nu al bezwaard dat we het feestje van hun zoon ingewikkeld gaan maken.

 

Tobias zelf is met zijn hoofd nog helemaal niet bij dat feestje. Hij heeft het te druk met alle beren op de weg van vandaag. En alle dingen die hij gisteravond in zijn boekje heeft geschreven, toen hij al in bed lag maar niet kon slapen, moeten straks ook nog besproken worden, zoals elke ochtend. Daarom begin ik nog maar even niet over dat kinderfeestje.

 

Als ik mijn ontbijt opruim en Machiel zijn boterhammen voor de lunch uit de vriezer haalt, merkt hij op dat de vriezer ontdooid moet worden. Ik schrijf het op mijn to-do-lijstje. ‘En we moeten nog iemand regelen om voor de kat te zorgen tijdens onze vakantie.’ Schrijf ik ook op het lijstje. Kan er nog wel bij.

 

Naast dat lijstje ligt onze agenda en mijn oog valt op iets dat er voor morgen bijgeschreven is. ‘Machiel bijscholing 14 – 20 uur’, lees ik. Maar donderdagmiddag is het eigenlijk Machiels beurt om er voor Tobias te zijn en hem naar bed te brengen! ‘Heb je morgen een bijscholing?’ vraag ik. ‘Ja sorry, ik was vergeten het tegen je te zeggen.’ Lekker dan. Die avonden waarop ik Tobias niet naar bed hoef te brengen heb ik juist zo nodig om mijn batterij op te laden.

 

Later, als Machiel en ik boven douchen en onze tanden poetsen, bespreken we ondertussen gelijk het nieuwe schema dat Machiel daar gisteren in een voortvarende bui voor Tobias heeft opgehangen. Zodat hij makkelijker zelfstandig zijn avondritueel (tandenpoetsen, schone kleren klaarleggen) kan uitvoeren, want dat gaat nog steeds niet soepel. Een paar dingen op het schema moeten nog veranderd, en omdat Machiel straks naar zijn werk vertrekt en de komende dagen nauwelijks thuis is, zal ik dat moeten doen.

 

Plotseling word ik overspoeld door een golf van weerzin, woede en verdriet. Opnieuw. Waarom is het niet gewoon eens een keertje klaar met al dat gezeik? Wanneer kan ik gewoon eens een keer relaxen in dit huis? Ik wil dit niet meer! Ook schuldgevoel en zelfverwijt komen weer om de hoek kijken: ik had ook meer moeten mediteren de afgelopen tijd, en wat minder op mijn telefoon het nieuws moeten lezen! Dat had ik me voorgenomen, waarom heb ik dat niet gedaan? En als ik er nou wat meer tijd in had geïnvesteerd, dan kon Tobias inmiddels misschien wèl al zijn avondritueel zelfstandig doen. En dat verrekte zelfmedelijden ook elke keer, daar schiet ik verdomme niets mee op! Zelfcompassie mag wel, maar hoe moest dat ook alweer?

 

Tranen rollen weer over mijn wangen, maar ook dat wil ik niet. Ik moet Tobias straks naar school brengen. ‘Mamaaa..?’ roept hij al van beneden de trap. ‘Ja?’, antwoord ik. ‘Gaan we zo mijn boekje bespreken..?’

 

Ik probeer mijn tranen te parkeren en zo goed mogelijk te ontspannen. Maar dan zie ik een flikkerende lichtvlek links voor mijn ogen. Ook dat nog, een migraine-aanval.

 

Door de schrik over de migraine-aanval is het in één klap klaar met de tranen. Tijd voor de overlevingsmodus. Dat boekje bespreken gaat niet meer lukken, ik kan straks niet meer lezen en ook niet goed meer nadenken. Ik vraag of Machiel het boekje met Tobias wil bespreken. ‘Heeft hij daarom gevraagd dan?’ vraagt hij vanonder de douche. ‘Dat doen we elke ochtend!’, antwoord ik bits richting het douchegordijn. Dat weet hij toch verdomme wel?! ‘Oké..,’ mompelt hij. Maar ik weet nu al dat hij er niet genoeg tijd voor zal hebben voordat hij straks naar zijn werk vertrekt.

 

Als het eenmaal tijd is om Tobias naar school te brengen, hebben de mannen inderdaad maar één van de zes dingen besproken die Tobias gisteravond in zijn boekje had opgeschreven. ‘Dan bespreken we de rest vanmiddag wel,’ zeg ik tegen hem. ‘Dit is een uitzondering, omdat ik migraine heb.’ Tobias kijkt beteuterd en bezorgd naar me als ik mijn zonnebril opzet. De lichtflikkeringen zijn inmiddels zo ver uitgebreid dat de helft van mijn gezichtsveld is aangetast. Zonlicht trek ik nu niet. Praten eigenlijk ook niet.

 

Dan roept Tobias om hulp omdat zijn schoen niet goed zit. Ik kniel bij hem neer en frunnik aan zijn schoen, maar zie de helft niet en doe het op de tast. Op dat moment komt Machiel gehaast een kus geven: ‘Sorry ik moet nu echt weg.’ Hij bukt zich naar me toe. Ja, dag, korte kus – meer kan er niet van af nu. Ik sta weer op en lijn de hond aan, die moet ook nog uit, tegelijk met het wegbrengen van Tobias.

 

Onderweg naar school is Tobias gespannen. Het is anders gelopen deze ochtend en er staan nog 'mappen' open in zijn hoofd. Hij begint over de dingen waar hij mee zit; dat de juf gisteren boos op hem was, dat zijn vriend vanmiddag met hem wil spelen maar dat hij dat zelf vandaag niet wil. Dat hij mij niet goed herkent met mijn nieuwe jas aan. Dat hij er nog steeds mee zit dat hij een tijdje terug op een strandfeestje de hand pakte van iemand met net zo’n jas als ik, in de veronderstelling dat hij míjn hand pakte. Dat hij met de juf had afgesproken dat hij Engels mocht gaan doen vandaag, maar dat hij dat nu niet meer wil en dat niet tegen de juf durft te zeggen.

 

Zo lopend met de hond, met langsrazende auto's en de wind in mijn oren, en met een wattenhoofd met half zicht, lukt het me totaal niet om Tobias’ zorgen weg te nemen. Als we aankomen bij school komt hij stilletjes, met een pruillip en trillende kin, dicht tegen me aan staan. Ik hurk bij hem neer en zie zijn wanhopige blik. Oké dan, denk ik, ik leg de hond wel weer vast aan het hek en loop wel weer mee naar binnen...

 

Als we samen de juf hebben ingelicht over Tobias’ zorgen van vandaag, en zij hem liefdevol onder haar vleugels heeft genomen, loop ik de school weer uit, pak de hond en loop naar huis. Onderweg schakelt de overlevingsmodus zichzelf weer uit en komen de tranen weer terug. Gelukkig heb ik mijn zonnebril op.

 

Reactie schrijven

Commentaren: 1
  • #1

    Anne Te Boekhorst (zaterdag, 22 juni 2024 15:47)

    Lieverd wat rot dat je zo moe bent van alles en ook nog migraine getver. Ik wil naast je wonen en de riem en kind overnemen !